Kiesraad zet verkiezingen op de kaart
‘U weet waarschijnlijk niet dat ik van jongs af werkelijk dól ben op atlassen. Niets mooier dan kaarten kijken.’ Deze bekentenis deed Tweede Kamervoorzitter Gerdi A. Verbeet op het symposium ‘Verkiezingen op de kaart’ dat de Kiesraad op vrijdag 17 juni organiseerde. Bij deze gelegenheid werd het eerste exemplaar van de gelijknamige verkiezingsatlas door Henk Kummeling, voorzitter van de Kiesraad, aan Verbeet overhandigd. In de uitgave van uitgeverij Matrijs, mede mogelijk gemaakt door de Kiesraad, worden uitslagen van Tweede Kamerverkiezingen tussen 1848 en 2010 in geografisch perspectief belicht.
Ron de Jong, als onderzoeker werkzaam bij de Kiesraad, vertelde op het symposium dat de databank verkiezingsuitslagen van de Kiesraad een waardevolle en onmisbare bron was geweest voor het analyseren van de uitslagen. Ook demonstreerde hij hoe op basis van de uitslagen in de databank kaarten kunnen worden gegeneerd waarin precies te zien is hoe Nederland bij verkiezingen in een willekeurig verkiezingsjaar stemde.
Districtenstelsel
Herman van der Wusten, emeritus-hoogleraar politieke geografie, zoomde in op de verkiezingen van 1897. Nederland kende toen nog een districtenstelsel Van der Wusten wist te vertellen dat menig politicus toentertijd kiezers wist te winnen door de drankjes van zijn publiek te betalen. In 1917 werd het systeem van evenredige vertegenwoordiging en het algemeen kiesrecht voor mannen ingevoerd. Volgens Van der Wusten wordt het onderzoek van de eerste verkiezingen na deze grondwetsherziening van 1917 bemoeilijkt door de geringe beschikbaarheid van uitslagen.
Kiezersgedrag
De laatste spreker was Joop van Holsteyn, hoogleraar bijzonder kiezersonderzoek van de Universiteit Leiden. Hij benadrukte het belang van electorale geografie voor een goed begrip van kiezersgedrag, maar gaf ook de beperkingen ervan aan. Het gevaar van wat hij een ‘ecologische fout’ noemde ligt snel op de loer: het interpreteren van verkiezingsuitslagen op het niveau van gedrag en motieven van individuele kiezers. Na enig aandringen van dagvoorzitter Meine Henk Klijnsma namen Gerrit Voerman en Henk van der Kolk de handschoen op en kwamen met Van Holsteyn tot een vergelijk: de onderkenning van het belang van electorale geografie in combinatie met kiezersonderzoek.