Deur naar herinvoering electronische stemmachines op een kier?
Tijdens de behandeling van de begroting van het ministerie van BZK in de Tweede Kamer op donderdag 17 november deed minister Donner, daartoe uitgenodigd door het VVD-kamerlid Joost Taverne, enkele toezeggingen. Kamerlid Taverne vroeg de minister om op korte termijn werk te maken van het verder moderniseren van het stemproces. In reactie hierop meldde minister Donner dat hij een nieuw stembiljet wil introduceren dat ook electronisch kan worden geteld en dat hij van plan is om de Kamer hierover voorjaar 2012 nader te informeren. De minister merkte verder op dat het geplande Algemeen Overleg van 1 februari 2012 hem een mooie gelegenheid leek om nader met de Kamer te spreken over eisen te stellen aan apparatuur en programmatuur voor het uitbrengen van de stem.
Donner: “Ik zeg de Kamer toe dat ik ondertussen zal nadenken over de eisen die aan het traject en de apparatuur gesteld moeten worden, over de vraag hoe daar een sluitende invulling aan kan worden gegeven en over de nodige waarborgen. De adviescommissie-Korthals Altes heeft die waarborgen in 2007 nog eens voor het kabinet uitgeschreven. Het gaat onder andere om uniciteit, stemgeheim, integriteit, controleerbaarheid en transparantie. Ik zeg de Kamer toe dat ik in het AO in februari de eisen die je zou moeten stellen aan die apparaten, concreter zal proberen te formuleren. Uit mijn ervaringen op andere terreinen is één van de eisen dat zeker moet zijn dat het apparaat niet binnen een termijn van vijf jaar gehackt kan worden.” “Het Kamerlid Taverne vroeg hierop minister Donner om eisen en voorwaarden nog vóór genoemde datum bekend te maken, “zodat de Nederlandse industrie die de techniek op dat vlak ontwikkelt, ook aan de slag kan”.
Minister Donner antwoordde dat hij niet zeker wist of hij op 1 februari al een volledig uitgewerkt voorstel van eisen kan hebben, gelet op de werkdruk van het desbetreffende onderdeel van het ministerie. “Het zou overigens juister zijn om daar eerst met de Kamer over van gedachten te wisselen, omdat door de Kamer door middel van een oproep aan de staatssecretaris indertijd gestopt is met de stemmachines. Ik zou eerst met de Kamer de eisen die ik formuleer en uiteraard een eerste verkenning van de mogelijkheden willen bespreken.”