Dubbelmandaat Eerste of Tweede Kamer en Europees Parlement niet mogelijk
Het lidmaatschap van het Europees Parlement is onverenigbaar met het lidmaatschap van Eerste en Tweede Kamer. Dit is bepaald in artikel 7 van de Akte inzake rechtstreekse verkiezing van de leden van het Europees Parlement. In het kader van de toelatingsprocedure toetst eerst de Tweede Kamer aan Nederlandse wetgeving en vervolgens zal het Europees Parlement een benoeming toetsen aan deze Akte tijdens het zogeheten geloofsbrievenonderzoek. Onderdeel hiervan vormt een door betrokkene af te leggen schriftelijke verklaring dat hij of zij niet een met het lidmaatschap van het Europees Parlement onverenigbare betrekking vervult.
Het Europees Parlement streeft ernaar om het geloofsbrievenonderzoek te hebben afgerond op 1 juli 2014, de dag waarop het nieuw gekozen Europees Parlement voor het eerst bijeenkomt. Gedurende de looptijd van het onderzoek – dat wil zeggen totdat het Europees Parlement een formeel besluit heeft genomen – behoudt betrokkene zijn status van benoemd lid van het Europees Parlement. Blijkens berichtgeving in de pers, wordt door de heer Wilders een procedure gestart voor het Europees Hof van Justitie om het verbod op het zogenaamd dubbelmandaat juridisch aan te vechten. Of dit gevolgen heeft, en zo ja welke, voor zijn toelating tot lid van het Europees Parlement, zal moeten worden afgewacht.