Eerste Kamer stemt in met invoering raadgevend referendum
Kiesgerechtigden kunnen naar verwachting vanaf juli 2015 een referendum aanvragen over nieuw aangenomen wetgeving. Het referendum geeft kiesgerechtigden de mogelijkheid zich voor of tegen een bepaalde wet uit te spreken, maar de uitslag is niet bindend. De Eerste Kamer stemde op dinsdag 20 januari in met een aantal wijzigingen in de Wet raadgevend referendum. Zo is een vereiste voor de geldigheid van de uitslag dat de opkomst bij het referendum ten minste 30 procent van het totale aantal kiesgerechtigden is.
Een referendum kan worden gehouden over wetten en verdragen die binnen het Koninkrijk alleen voor Nederland of een deel daarvan gelden. Een referendum kan alleen gaan over wetgeving die is aangenomen, maar nog niet in werking is getreden. Alle wetten zijn referendabel op enkele uitzonderingen na. Er kan geen referendum gehouden worden over wetten die gaan over de Grondwet, de begroting of over het Koningshuis. De regering is in geval van een raadgevend referendum, de naam zegt het al, niet verplicht de uitkomst van het referendum op te volgen.
Correctief referendum
Eerder heeft de Eerste Kamer de Wet correctief referendum aangenomen. Ook bij deze wet kunnen kiesgerechtigden het initiatief nemen voor een referendum, maar de uitslag van dit referendum is bindend. Voor de Wet correctief referendum is een Grondwetwijziging nodig. Pas als in de volgende kabinetsperiode tweederde van de Kamer vóór stemt, komt een correctief referendum in zicht.
Horizonbepaling
Op verzoek van de Eerste Kamer is een zogenoemde horizonbepaling in de Wet raadgevend referendum opgenomen. Dit houdt in dat deze wet komt te vervallen op het moment dat een correctief referendum gehouden kan worden.
Kiesraad als centraal stembureau
Een belangrijk deel van de uitvoering van beide wetten komt terecht bij de Kiesraad in de rol van centraal stembureau. Zo stelt de Kiesraad de definitieve uitslag van een raadgevend referendum of correctief referendum vast en maakt deze bekend.