Onderzoek naar specificaties stemprinter en stemmenteller

Minister Plasterk van BZK ziet nog steeds de meerwaarde van een stemprinter en stemmenteller voor het stemmen en voor het tellen van de stembiljetten. Dit blijkt uit zijn brief aan de Tweede Kamer waarin hij reageert op antwoorden van de commissie Van Beek op nadere vragen over elektronisch stemmen en tellen. Wel constateert Plasterk in dezelfde kamerbrief dat de invoering van deze ICT-systemen ‘vele complexe vraagstukken kent en met onzekerheden is omgeven’. De minister is daarom met name van plan om specificaties uit te werken waaraan stemprinter en stemmenteller moeten voldoen. Hierbij wordt, zo kondigt de minister aan, een groep van (externe) deskundigen betrokken, met relevante kennis op het gebied van ICT en openbaar bestuur.

De Kiesraad is positief over het feit dat de minister de verkenning van de mogelijkheden tot invoering van elektronisch stemmen en tellen voortzet, en wacht de resultaten van het nader onderzoek graag af. De minister heeft toegezegd eind mei de Kamer te informeren over de voortgang.

Modellen elektronisch stemmen en tellen

De commissie Van Beek had eind 2013, in het rapport ‘Elke stem telt. Elektronisch stemmen en tellen’, de voor- en nadelen van een viertal modellen voor het stem- en telproces vergeleken. De voorkeur van de commissie ging uit naar de combinatie van een stemprinter en stemmenteller (optie 2 in het rapport). De minister had in een reactie op dit rapport aangegeven de voordelen van deze optie te zien, maar had de commissie gevraagd op enkele punten nader onderzoek te doen. De antwoorden op deze vragen zijn onlangs door de commissie aan de minister voorgelegd.

Voorkeursoptie

De Kiesraad is voorstander van de invoering van elektronische apparatuur bij het stemmen en tellen. Bij de presentatie van het rapport van de Commissie van Beek heeft de Kiesraad aangegeven de voorkeursoptie van de commissie te delen: introductie van een stemmenteller en stemprinter. Voordelen ervan zijn volgens de Raad: bevorderen van de betrouwbaarheid en snelheid van het stemproces, en tevens van de toegankelijkheid ervan, met name voor kiezers met een visuele beperking. Wel plaatste de Kiesraad enkele kanttekeningen bij de eisen die de commissie stelde aan die optie. Aangetekend was dat model 3 – uitsluitend elektronisch tellen met een nieuw model stembiljet – een aanvaardbare terugvaloptie was, in het geval dat model 2 niet haalbaar zou blijken.