Kiesraad voorstander introductie kiescollege BES voor Eerste Kamerverkiezing
De Kiesraad is positief over de introductie van een kiescollege op Bonaire, Sint Eustatius en Saba om de leden van de Eerste Kamer te kiezen. Daarmee krijgen Nederlandse inwoners van Caribisch Nederland invloed op de samenstelling van de Eerste Kamer en niet-Nederlandse inwoners van die eilanden behouden het kiesrecht voor de eilandsraden. In zijn advies aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties pleit de Raad ervoor om de keuze voor een kiescollege per eiland of één kiescollege voor heel Caribisch Nederland niet in de Grondwet op te nemen. Dit met het oog op de lopende evaluatie van de staatkundige structuur van Caribisch Nederland.
In het conceptwetsvoorstel over de Caribische kiescolleges wordt uitgegaan van een kiescollege per eiland. De voor- en nadelen van de keuze voor de instelling van een kiescollege per openbaar lichaam of één voor heel Caribisch Nederland komen in het advies aan bod.
Voordelen kiescollege per eiland
De Kiesraad begrijpt de gemaakte keuze voor een kiescollege per eiland. Het sluit grotendeels aan bij de wijze waarop de leden van de eilandsraden worden gekozen en voorkomt dat politieke partijen, die per eiland verschillen, moeten samenwerken om een reële kans te maken dat hun kandidaten worden gekozen. Ook hoeven de leden voor de stemming niet fysiek bijeen te komen, wat in verband met de grote afstand tussen bijvoorbeeld Sint Eustatius en Bonaire een voordeel is.
Nadelen kiescollege per eiland
Er zijn ook nadelen aan een kiescollege per eilandgebied. Zo brengen aparte procedures voor registratie, kandidaatstelling en vaststelling van de uitslag de nodige administratieve en bestuurlijke lasten met zich mee. Verder wijst de Raad er op dat een gezamenlijk kiescollege voor heel Caribisch Nederland beter zou aansluiten bij de huidige — regionale wijze van verkiezing van de Eerste Kamer in Europees Nederland. De Raad pleit ervoor een keuze voor een van beide opties niet in de Grondwet op te nemen. Dan hoeft bij eventuele nieuwe inzichten in de toekomst de Grondwet niet weer te wijzigen.