Volmachtregeling in discussie
‘Eigenlijk ben ik wel voor een rigoureuze maatregel: het geheel afschaffen van het volmachtstemmen.' Dit betoogde Thom de Graaf, Eerste Kamerlid voor D66, op een door de Kiesraad i.s.m. de Vrije Universiteit Amsterdam georganiseerd symposium. Een deel van de aanwezigen kon zich hierin vinden: ’Dan ben je ook meteen van dat nare probleem af: het ronselen van volmachtstemmen’, zei een van hen. Henk Kummeling, voorzitter van de Kiesraad, vond dat wat ver gaan: ‘De seinen wijzen nog niet in de richting van het afschaffen van de volmachtregeling.’ Die voorziet immers in een grote behoefte, verduidelijkte hij, met name voor mensen die slecht ter been zijn of langdurig zieken.
De Kiesraad presenteerde op het symposium een advies over strafbepalingen in het verkiezingsproces, uitgebracht aan de minister van BZK en aan de Tweede Kamer. Het advies, gebaseerd op een onderzoek naar de achtergronden en de praktijk van de huidige strafbepalingen, gaat over de aanpak van het misbruik van de volmachtregeling. Ook behandelt het mogelijkheden tot ontzetting uit het kiesrecht, met name in geval van kiesrechtdelicten, waaronder misbruik van het volmachtsysteem.
Helderheid
Thom de Graaf lichtte overigens toe dat afschaffing zonder meer niet verstandig zou zijn. ‘Gegarandeerd moet worden dat alle kiezers hun stem uit kunnen brengen. Maar dat kan ook op andere manieren dan bij volmacht, bijvoorbeeld via ‘televoting’ – en een technisch veilige manier van elektronisch stemmen moet toch ook te bedenken zijn. Ook ben ik niet tegen een faciliteit om al vóór de dag van stemming te kunnen stemmen.’ Henk Kummeling van de Kiesraad benadrukte de kwetsbaarheid van alternatieven voor het stemmen bij volmacht, zoals het briefstemmen. Volgens hem moet er eerst en vooral meer helderheid komen over wat wel en niet mag bij volmachtstemmen. Voor kiezers, maar ook voor politieke partijen. ‘Voorop staat dat het initiatief voor het volmachtstemmen van de volmachtgever uit moet gaan en zeker niet van anderen, bijvoorbeeld politieke partijen.’
Uitsluiting kiesrecht
De Kiesraad adviseert om de huidige (grond)wettelijke mogelijkheid tot het in bepaalde gevallen ontnemen van kiesrecht uit te breiden tot in ieder geval kiesrechtdelicten. Als iemand fraudeert bij verkiezingen is ontneming van het kiesrecht een passendere straf dan bijvoorbeeld een geldboete. Solke Munneke, universitair hoofddocent staats- en bestuursrecht van de Vrije Universiteit Amsterdam, vond terughoudendheid bij ontzetting uit het kiesrecht op z’n plaats: ‘Het is een heel zware sanctie: je ontzegt mensen feitelijk hun politiek burgerschap. Een dergelijke ingrijpende, bijkomende straf is alleen op zijn plaats als aard én ernst van het delict dat rechtvaardigen. ‘En het feit dat de wetgever nu maximaal een half jaar op die delicten heeft gezet, wijst daar niet direct op.’
Weerbare democratie
Munneke vond dat de kwestie van ontzetting kiesrecht moet worden beoordeeld in het licht van een meer principiële discussie, over de weerbare democratie: hoe treed je op tegen mensen die de kernbeginselen van de rechtsstaat willen aantasten? Op dit punt vond hij de voorzitter van de Kiesraad niet aan zijn kant, al benadrukte Kummeling de ernst van het tijdelijk uitsluiten van het kiesrecht: ‘De Kiesraad ziet het als zijn opdracht om de betrouwbaarheid en integriteit van het verkiezingsproces te waarborgen. Iedere aantasting daarvan is voor ons reden om te zoeken naar verbetering van het verkiezingsproces. Voor bepaalde ernstige inbreuken daarop kan uitsluiting van kiesrecht een adequete bestraffing zijn, zeker als partijen en kandidaten zodoende via onrechtmatig handelen een zetel verwerven.'