Veelgestelde vragen uitslagen Tweede Kamerverkiezing
Idealiter moet het aantal kiezers en het aantal stembiljetten gelijk aan elkaar zijn, maar in de praktijk is dat niet altijd het geval.
Mogelijke verklaringen voor het verschil in aantal kiezers en het aantal stembiljetten in de stembus zijn:
- Het kan voorkomen dat een kiezer zich bij het stembureau meldt met 2 volmachten, maar als hij niet ook een kopie van een geldig identiteitsbewijs van de volmachtgever bij zich heeft, mag hij die volmachtstemmen niet uitbrengen. De kans bestaat dan dat die kiezer die volmachtbewijzen achterlaat bij het stembureau en als die dan vervolgens worden meegeteld heb je al een verschil van 2.
- Een andere verklaring kan zijn dat een kiezer wel een stembiljet krijgt, maar dat niet in de bus stopt en er mee wegwandelt.
- In de derde plaats komt het met name in de grote steden nogal eens voor dat op één en dezelfde locatie 2 stembureaus zijn gevestigd met ieder hun eigen bus of bussen. Als een kiezer bij het ene stembureau zijn stempas inlevert en misschien ook een volmachtbewijs en van dat stembureau ook de stembiljetten ontvangt, maar die vervolgens in de stembus van het andere stembureau deponeert, dan heb je ook verschillen. Het ene stembureau heeft dan kiezers te veel en stembiljetten te weinig en het andere net het omgekeerde.
- In de vierde plaats kan sprake zijn van een verschrijving bij het invullen van het proces-verbaal of kunnen er verkeerde gegevens zijn overgenomen in het computerprogramma dat gemeenten gebruiken bij het vaststellen van de uitslag.
- Tot slot kan het natuurlijk ook zo zijn dat de stembiljetten en de stempassen niet goed zijn geteld. Tellen blijft mensenwerk.
Wanneer er stemverschillen zijn, is het aan het stembureau om - voor zover mogelijk - daarvoor een verklaring te noteren in het proces-verbaal dat na afloop van de stemming wordt opgesteld. Vervolgens is het aan het centraal stembureau en aan het vertegenwoordigend orgaan om een oordeel te vellen over de genoteerde verschillen en verklaringen. Ook oordelen zij over de eventuele gevolgen daarvan, bijvoorbeeld een hertelling of herstemming.
Nee, een stembiljet dat in de verkeerde stembus is gedaan tijdens de gecombineerde dag van stemming voor het algemeen bestuur van waterschappen en voor de provinciale staten, is niet per definitie ongeldig.
Een uitgebrachte stem is pas ongeldig wanneer deze is uitgebracht op een verkeerd stembiljet, of wanneer niet ondubbelzinnig duidelijk is op welke kandidaat de stem is uitgebracht, of wanneer er toevoegingen zijn gedaan op het stembiljet waardoor een kiezer kan worden geïdentificeerd. Zie Kieswet art. N 7.
De Kieswet regelt niets over peilingen. Wel geldt in Nederland een ‘gentlemen’s agreement’ om niet op de dag van stemming, gedurende de openingstijden van de stemlokalen, peilingen te publiceren.
Na het tellen van de stemmen worden de stembescheiden in verzegelde pakken bewaard door de gemeente. Bij een eventuele hertelling op verzoek van een centraal stembureau of het vertegenwoordigend orgaan, wordt de hertelling gedaan door het gemeentelijk stembureau, in opdracht van het centraal stembureau of het vertegenwoordigend orgaan. Het centraal stembureau of het orgaan waarvoor de verkiezing plaatsvond kan besluiten tot het organiseren van een hertelling. Uitzondering vormt de Europees Parlementsverkiezing, bij deze verkiezing kan de Kiesraad of de Tweede Kamer besluiten tot een hertelling.
Als de hertelling is afgerond, bewaart de burgemeester de pakken tot 3 maanden nadat over de toelating van de gekozenen is beslist. Na het verstrijken van deze termijn worden de pakken vernietigd, tenzij er een strafrechtelijk onderzoek loopt of sprake is van strafvervolging. Binnen deze termijn is de burgemeester bevoegd de pakken met de stembiljetten en de processen-verbaal voor strafrechtelijk onderzoek over te dragen aan de officier van justitie.
Zie Kieswet, artikel Na 37 en Na 38.