Centraal stembureau en gemeentelijk stembureau
In elke gemeente wordt voor de gemeenteraadsverkiezingen een centraal stembureau ingesteld. Ook wordt voor iedere verkiezing een gemeentelijk stembureau ingesteld.
Gemeentelijk stembureau
Het gemeentelijk stembureau stelt de uitkomst van de verkiezing op gemeenteniveau vast. Voor iedere verkiezing wordt een gemeentelijk stembureau ingesteld. Er is een voorzitter en tenminste een plaatsvervangend voorzitter. Er is geen maximumaantal leden. De leden worden benoemd door het college van Burgemeester en Wethouders. De benoeming loopt af als de nieuwe leden van de gemeenteraad zijn toegelaten.
Het gemeentelijk stembureau kan geholpen worden door ondersteuners. Bijvoorbeeld om stemmen te tellen. Het college van B&W benoemt de ondersteuners. De benoeming loopt af als de nieuwe leden van de gemeenteraad zijn toegelaten. De ondersteuners voeren alleen taken uit onder verantwoordelijkheid van het gemeentelijk stembureau. Zij hebben geen eigen beslissingsbevoegdheid. Zij mogen bijvoorbeeld niet beslissen of een stem geldig of ongeldig is.
De bevoegdheid om leden (en ondersteuners) te benoemen kan door het college worden gemandateerd. Hiervoor is een mandaatbesluit nodig.
Zie Kieswet art. E 7. Zie Kieswet art. Na 6.
Centraal stembureau
Het centraal stembureau bestaat uit drie of vijf leden. De burgemeester van de gemeente waar het centraal stembureau is gevestigd, is voorzitter van het centraal stembureau. De andere leden worden benoemd en ontslagen door het college van Burgemeester en Wethouders. De leden worden voor vier jaren benoemd.
De taken van het centraal stembureau zijn:
- registratie van namen ('aanduidingen') van politieke partijen
- in ontvangst nemen van kandidatenlijsten
- beoordeling van de geldigheid van de kandidatenlijsten en de handhaving van de daarop voorkomende kandidaten
- nummering van de kandidatenlijsten
- vaststellen van de verkiezingsuitslag
Zie artikel E 19 Kieswet