Hulp bij stemmen
Niet voor iedereen is het makkelijk of zelfs mogelijk om te stemmen. Fysieke beperkingen, analfabetisme of wilsonbekwaamheid kunnen daarbij een rol spelen.
Volgens de Kieswet is het verlenen van hulp bij het stemmen alleen toegestaan op grond van een lichamelijke (bijvoorbeeld visuele) handicap. Als een kiezer wegens een lichamelijke handicap hulp nodig heeft bij het stemmen, dan kan hij hulp krijgen van een door hemzelf aangewezen persoon of van een lid van het stembureau. Zie Kieswet art. J 28.
Hulp aan kiezers met verstandelijke beperking
Hulp aan kiezers met een verstandelijk beperking is niet toegestaan volgens de Kieswet. Als personen met een verstandelijke beperking niet zonder hulp kunnen stemmen, gaat de wetgever ervan uit dat zij niet zelfstandig hun wil kunnen bepalen. Deze zelfstandigheid is een uitgangspunt van het kiesrecht.
Volmacht verlenen als kiezer niet in staat is te tekenen
Als een kiesgerechtigde niet in staat is om zelf een handtekening te zetten om een volmacht te verlenen, dan kan hij of zij toch een ander machtigen om bij volmacht te stemmen. In dat geval moet op zijn identiteitsbewijs de opmerking 'niet in staat tot tekenen' staan. Het formulier hoeft dan niet door de volmachtgever getekend te worden. Het uitbrengen van de stem kan in zo’n geval door middel van een schriftelijke of een onderhandse volmacht.