Uitsluiting kiesrecht
Alleen in uitzonderlijke omstandigheden kan iemand zijn kiesrecht verliezen. Hiervoor is altijd een uitspraak van de rechter vereist.
Als de rechter iemand veroordeelt tot een vrijheidsstraf van ten minste een jaar, dan kan hij als bijkomende straf het kiesrecht ontnemen. Zie Grondwet art. 54, Wetboek van Strafrecht art. 28, Wet Internationale Misdrijven art. 14 en Kieswet art. B 5. Dit mag alleen bij bepaalde misdrijven. Zie Wetboek van Strafrecht artikelen 92-103, Wetboek van Strafrecht art.105, Wetboek van Strafrecht artikelen108-110, Wetboek van Strafrecht artikelen 115-116, Wetboek van Strafrecht artikelen 121-124, Wetboek van Strafrecht art.129, Wetboek van Strafrecht art. 355, en Wetboek van Strafrecht artikelen 357-358. Kieswet artikelen Z 1-Z 3: het namaken of vervalsen van verkiezingsbescheiden, zoals stembiljetten, stempassen en volmachtbewijzen, om deze te gebruiken of door een ander te laten gebruiken, het gebruik van nagemaakte of vervalste verkiezingsbescheiden, tenzij men niet van de namaak of de vervalsing op de hoogte was en het bezitten van een verzameling van stempapieren om deze te gebruiken of te laten gebruiken.
Bij de grondwetsherziening van 1983 heeft de wetgever een criterium geformuleerd voor de aanwijzing van delicten die in aanmerking komen voor uitsluiting: er moet sprake zijn van een ernstige aantasting van de grondslagen van het Nederlandse staatsbestel.
Uitsluitingsgronden kiesrecht
Bij de grondwetsherziening van 1983 is een criterium geformuleerd voor de delicten die in aanmerking komen voor uitsluiting: er moet sprake zijn van een ernstige aantasting van de grondslagen van het Nederlandse staatsbestel.