Zetelverdeling over kandidaten
Eerst verdeelt het centraal stembureau zetels over de partijen. Daarna wordt berekend welke kandidaten zijn gekozen. De zetels worden in eerst toegekend aan kandidaten die voldoende voorkeurstemmen hebben gehaald. Als er dan nog meer zetels te verdelen zijn, is de volgorde op een lijst bepalend.
Voorkeurstemmen
Om te bepalen of er kandidaten met voorkeurstemmen zijn gekozen, worden alle stemmen die de kandidaat in een gemeente heeft gehaald bij elkaar opgeteld. Kandidaten die de voorkeurdrempel hebben gehaald kunnen een hoger geplaatste kandidaat passeren.
De voorkeurdrempel bedraagt 25% van de kiesdeler. Bij gemeenten met minder dan 19 raadszetels bedraagt de voorkeurdrempel 50% van de kiesdeler.
Zie Kieswet art. P 15 en P 17.
Voorbeeld: kandidaat nr. 5 met 100.000 stemmen passeert kandidaat nr.1 met 75.000 stemmen. Als er maar één zetel te verdelen is, gaat de zetel naar nummer 5. In dat geval moet kandidaat nr. 5 wel de voorkeurdrempel hebben gehaald.