Lijstnummering
Het centraal stembureau nummert alle geldig verklaarde kandidatenlijsten. Als een provincie is verdeeld in meerdere kieskringen, dan krijgt een partij in alle kieskringen hetzelfde nummer. De nummering van de geldige kandidatenlijsten gebeurt in een openbare zitting.
Zie Kieswet art. I 12 , I 13 en I 15.
Eerst worden de lijsten genummerd van partijen die bij de vorige verkiezing één of meer zetels hebben behaald. Het aantal stemmen dat partijen bij de vorige Provinciale Statenverkiezing hebben behaald, bepaalt de volgorde van de nummers. De partij die het grootste aantal stemmen heeft behaald, krijgt nummer 1, enzovoorts.
Zie Kieswet art. I 13 en I 14.
Loting
Het centraal stembureau wijst een nummer toe aan nieuwe partijen en aan partijen die nog geen zitting hebben in de Provinciale Staten. Dit gebeurt via loting, waarbij eerst wordt geloot tussen partijen die in alle kieskringen binnen de provincie een lijst hebben ingediend. Er wordt ook geloot en tussen zittende partijen die een gelijk aantal zetels hebben.
Bekendmaking lijstnummering
De lijstnummering wordt zo snel mogelijk na afloop van de zitting openbaar gemaakt in het provinciaal blad. Het centraal stembureau maakt van de zitting een proces-verbaal (papieren verslag).
Zie Kieswet art. I 15 en I 18.
Bezwaar en beroep
In de zitting waarin het centraal stembureau beslist over de geldigheid van de kandidatenlijsten en de lijsten nummert, kunnen aanwezige kiezers desgewenst mondeling bezwaren inbrengen. Deze bezwaren worden opgenomen in het proces-verbaal (papieren verslag) van de zitting. In de Algemene wet bestuursrecht (artikel 8:4, onder G) is geregeld dat geen beroep mogelijk is tegen beslissingen van het centraal stembureau over de nummering van de kandidatenlijsten.
Zie Kieswet art. I 18.
Zie Algemene wet bestuursrecht art. 8:4, vierde lid onder a.