Stukken kandidaatstelling
Bij het inleveren van een kandidatenlijst moeten partijen naast de kandidatenlijst verschillende stukken indienen. Politieke partijen machtigen daarvoor een kiezer die kiesgerechtigd is voor de Provinciale Statenverkiezing in die provincie.
De volgende documenten moeten worden ingeleverd:
- Instemmingsverklaring
Van elke kandidaat op de lijst moet een verklaring van instemming worden ingeleverd. Kandidaten die niet in de provincie wonen waarvoor zij zich kandidaat stellen, moeten verklaren dat zij, in geval van benoeming, verhuizen naar de provincie waarin zij zijn gekozen tot Statenlid.
Zie Kieswet art. H 4, H 7 en H 9, Model H 9. - Kopie legitimatiebewijs
Van kandidaten die nog geen zitting hebben in de Provinciale Staten moet een kopie van een geldig legitimatiebewijs worden ingeleverd. Onder een geldig legitimatiebewijs wordt een geldig paspoort, rijbewijs of identiteitskaart verstaan. Ook de achterzijde van het legitimatiebewijs moet gekopieerd worden.
Zie art. 1 Wet op de identificatieplicht. - Machtiging tot plaatsen van partijnaam (aanduiding) boven lijst
Bij de lijst moet een verklaring van de (plaatsvervangend) gemachtigde van de partij worden gevoegd, waarin deze de inleveraar machtigt om de naam van de partij boven de kandidatenlijst te kunnen plaatsen.
Zie Kieswet art. H 3 en Model H 3-1. - Ondersteuningsverklaringen
Partijen die voor het eerst deelnemen aan Provinciale Statenverkiezingen of bij de vorige verkiezing geen zetel hebben behaald, moeten voldoende ondersteuningsverklaringen inleveren.
Zie Kieswet Model H 4. - Bewijs betaling waarborgsom
Partijen die voor het eerst meedoen aan de verkiezing van Provinciale Staten of bij de vorige Provinciale Statenverkiezing geen zetel hebben behaald, moeten voor de kandidaatstelling een waarborgsom betalen van € 1.125,-.
Zie Kieswet art. H 13 en Model H 12. - Samenvoeging partijnamen
Als twee of meer partijen samen een lijst inleveren, kunnen zij kiezen voor een samenvoeging van partijnamen of afkortingen daarvan boven de lijst. In dat geval moeten zij bij de lijst verklaringen voegen van de (plaatsvervangend) gemachtigden van de betrokken partijen, waarin de inleveraar wordt gemachtigd dit te doen.
Zie Kieswet art. H 5 en Model H 3-2.